Oproep cliëntenparticipatie
Graag gaan we in gesprek met cliënten en naasten die bekend zijn met verschillende behandelingen voor depressie. In hoeverre zijn deze behandelingen gewenst en acceptabel? Wij zijn benieuwd naar jouw mening!
Geïnteresseerd? Klik dan hier voor meer informatie.
12-12-2017: RGOc studiemiddag: Oog voor betrokkenen: samenwerken met en ondersteunen van naasten van mensen in zorg bij de ggz
De RGOc studiemiddag is geaccrediteerd met drie punten door het Register Verpleegkundig Specialisten, het Register Vaktherapie en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
De presentaties en de video-opnames van de studiemiddag vindt u hier.
'Overstag en Vooruit!' Oratie prof. dr. Stynke Castelein
Via Youtube of Linkedin kunt u (nogmaals) kennis nemen van haar inaugurele rede.
TREAT-onderzoek in januari 2018 van start
Meer informatie over het TREAT onderzoek vind je bij de RGOc onderzoekssamenvattingen of op de website van Lentis.
Cursus Cliëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek
Tijdens de cursus zal onder andere worden ingegaan op:
- Wetenschappelijk onderzoek: hoe ziet dat eruit?
- Welke rollen kunnen cliëntvertegenwoordigers bij wetenschappelijk onderzoek vervullen?
Voor wie? (Ex-)cliënten die actief mee (willen) denken over wetenschappelijk onderzoek
Waar? lokaal 3.18, UCP (UMCG)
Kosten? Geen
Geïnteresseerd? U kunt zich aanmelden door vóór 23 november het aanmeldingsformulier in te vullen.
Datum: 30-11-2017
Tijd: 13.00 – 16.00 uur
Het is niet meer mogelijk om je voor deze cursus aan te melden.
14-11-2017: Oratie prof. dr. Stynke Castelein
Lees meer over de leeropdracht van prof. dr. Stynke Castelein op de website van Lentis.
6-11-2017: Promotie Cees Boerhout: Psychomotor therapy and aggression regulation in eating disorders; evidence-based treatment and performance-based measurement
Uit onderzoek naar eetstoornissen blijkt onder meer dat overmatige regulatie van woede en agressie een belangrijke rol speelt. Dit proefschrift presenteert een nieuwe behandeling die hierop is gericht, ontwikkeld vanuit de psychomotorische therapie (PMT). De resultaten van gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek leveren het eerste bewijs van de toegevoegde waarde van PMT als een lichaams- en bewegingsgerichte therapie voor het reduceren van onderdrukte en op zichzelf gerichte woede. In het poliklinisch onderzoek was daarbij in de interventiegroep ook sprake van een afname in eetstoornis pathologie. Gebaseerd op deze bevindingen is de module opgenomen in de nieuwe landelijke Zorgstandaard voor Eetstoornissen. Het onderzoek van Cees Boerhout (zie: PMT en agressieregulatie) is uitgevoerd in samenwerking met het RGOc.
Als bijdrage aan meetprocedures voor woede en agressie introduceert het proefschrift ook een nieuwe psychomotorische gedragsmaat, genaamd de Methode voor Stamp Stoot Stem (MSSS). De MSSS is ontwikkeld vanuit het Centrum voor Bewegingswetenschappen RU Groningen en meet de fysieke kracht waarmee iemand stampt op een krachtplaat, stoot tegen een bokszak en roept in een microfoon. De veronderstelling is dat deze krachtuitoefening samenhangt met de drang tot lichaamsexpressie die bij woede hoort. De MSSS is bedoeld als aanvulling op zelfrapportage-lijsten voor agressie en dient tevens als feedback-instrument voor het gecontroleerd leren uiten van agressie. De resultaten van een eerste exploratieve studie onder studenten laten zien dat de MSSS een betrouwbaar instrument is waarbij verbanden worden gevonden tussen krachtuitoefening enerzijds en het vasthouden, loslaten en controleren van woede anderzijds. Dit geldt met name bij het onderdeel Stem uitgevoerd door vrouwen. De trend is dat deelnemers die geneigd zijn woede te onderdrukken minder kracht gebruiken dan deelnemers die neigen tot expressie van woede.
Zie ook de aankondiging op de website van de RUG.
Richard Bruggeman benoemd tot hoogleraar
TREAT: Een digitaal hulpmiddel bij de behandeling van psychosen
ROM-PHAMOUS is al bijna tien jaar onderdeel van onze patiëntenzorg. Het doel van ROM-PHAMOUS is om in kaart te brengen hoe het ziekteproces van mensen met een psychotische stoornis verloopt en daar vervolgens hun behandeling op af te stemmen. Het kost behandelaars veel tijd om de ROM-uitkomsten te vertalen naar een concreet behandelplan. Het TREAT-project heeft als doel dit proces eenvoudiger en efficiënter te maken!
Contact: Lukas Roebroek, tel. 06-29600300.
Klik hier voor de folder.
5-7-2017: Promotie Md. Atiqul Islam: Statistical approaches to explore clinical heterogeneity in psychosis
Psychotische stoornissen worden vaak gezien als één stoornis, terwijl in de praktijk de symptomen per patiënt erg kunnen verschillen. Steeds meer wordt erkend dat het verdelen van patiënten in subtypes inzicht kan geven in behandeling, omdat dan per subtype een andere behandelmethode toegepast zou kunnen worden. Atiqul onderzocht daarom heterogeniteit tussen patiënten, en onderzocht ook hun broers en zussen zonder psychotische klachten. Het blijkt dat het subtype cognitie stabiel is, en ook bij broers en zussen tot uiting komt.
Vervolgens concludeert Atiqul dat de aard van negatieve symptomen het functioneren van een patiënt over de tijd kan voorspellen. Daarnaast bleek Theory of Mind – het vermogen om je in te leven in anderen – bij broers en zussen een voorspeller voor psychotische belevingen drie jaar later. Al met al blijkt het wel degelijk nuttig te zijn om psychotische patiënten in subtypes op te delen.
Ten slotte onderzocht Atiqul de risicofactoren voor een verlengde duur van onbehandelde psychose (DOP) – de tijd tussen het ontstaan van psychotische klachten en het begin van de behandeling. Hierbij bleken migratiestatus, de leeftijd van ontstaan van de klachten en het geslacht significante voorspellers van DOP te zijn.
Atiqul Islam (1981) studeerde Statistiek en Biostatistiek aan de universiteiten van Shahjalal (Bangladesh) en Hasselt (België). Zijn promotieonderzoek voerde hij uit binnen het Rob Giel Research center (RGOc), dat samen met het GROUP-project en de afdeling Epidemiologie van het UMCG zijn onderzoek financierde. Islam werkt nu als postdoctoraal onderzoeker en bio-statisticus voor de afdelingen farmacotherapie, epidemiologie, en economie van de Rijksuniversiteit Groningen.
Zie ook de Engelse samenvatting en de link naar het volledige proefschrift op de website van de RUG.
Jaarverslag 2016
U kunt ons jaarverslag hier downloaden. Wilt u het liever per post ontvangen? Dit kan via het contactformulier.
29-6-2017: Afsluitende bijeenkomst Beeldcommunicatie in de GGZ
Rond deze en andere vragen is in 2015 het SIA-RAAK Publiekproject Beeldcommunicatie in de GGZ van start gegaan. GGZ-instellingen Accare, Dimence Groep, GGZ Drenthe, GGZ Friesland, GGZ Noord-Holland-Noord, Lentis en Verslavingszorg Noord Nederland hebben in dit project samengewerkt met hogeschool Windesheim, Hanzehogeschool, Rob Giel Onderzoekscentrum, Universiteit van Amsterdam en Zorg Innovatie Forum.
Het project heeft een rijk en gedetailleerd beeld opgeleverd van de dagelijkse praktijk van beeldcommunicatie door zorgverleners in FACT-teams èn een reeks hulpmiddelen die zorgverleners handreikingen en stof tot nadenken bieden voor het toepassen van beeldcommunicatie in de zorg. Kijk voor meer informatie op het weblog van het project.
Op donderdag 29 juni sluit het project af. Zorgverleners in de GGZ en beleidsmedewerkers, projectleiders, onderzoekers en andere geïnteresseerden in de toepassing van beeldcommunicatie zijn hiervoor van harte uitgenodigd. Deelname is gratis. Het programma en een aanmeldingslink vindt u hier.
Datum: donderdag 29 juni
Tijd: 11.00 – 14.00 uur
Locatie: Lentis, voormalig terrein Dennenoord, 9471 KE in Zuidlaren. De bijeenkomst vindt plaats in de Speelmanzaal in de Kimme, gebouw E70 (aangegeven via bordjes op het terrein).
Deelname is gratis (inclusief lunch)
21-6-2017: Promotie Claire Kos: On the Move. Towards understanding the neural basis of apathy
André Aleman gekozen tot KNAW-lid
André Aleman is een innovatief, internationaal vooraanstaand hersenonderzoeker. Hij doet onderzoek naar onderwerpen als zelfmoord, veroudering, schizofrenie en depressie en is lid van het RGOc Netwerk Psychosen. Aleman bracht onder andere de hersenen in beeld van schizofreniepatiënten die stemmen horen. Zijn onderzoek komt geregeld in de leerboeken en op de bureaus van beleidsmakers terecht. Verder schreef Aleman, die eerder lid was van De Jonge Akademie, een internationale bestseller over het seniorenbrein en houdt hij lezingen voor een breed publiek.
Leden van de KNAW worden gekozen op basis van hoogwaardige wetenschappelijke prestaties. Een lidmaatschap is voor het leven. Lidmaatschap van de KNAW is in Nederland een groot eerbetoon voor een wetenschappelijke carrière. Zie ook het UMCG-persbericht.
Stynke Castelein op NVvP voorjaarscongres: Het is tijd voor herstel
Bron: De Psychiater, februari 2017.
Hoge bloeddruk en cholesterol bij psychotische patiënten vaak niet behandeld
Bruins volgde voor haar onderzoek liefst 1259 patiënten met een psychotische aandoening die allemaal 3 keer ROM-screening hebben ondergaan; zij gebruikte hiervoor de PHAMOUS database. Bekend is dat een verhoogd risico op metabole klachten een bijwerking van antipsychotica is. In haar onderzoek ging Bruins na in hoeverre zij in voldoende mate zijn behandeld voor hun metabole ziekten; zij keek hierbij vooral naar hoge bloeddruk, diabetes en verhoogde vetzuren. Nog niet eerder werd deze groep patiënten zo langdurig gevolgd.
Bruins pleit er voor om de uitkomsten van de jaarlijkse ROM-screening beter te integreren in de dagelijkse praktijk. Hierdoor kan volgens Bruins beter de individueel noodzakelijke zorg gegeven worden die nodig is voor het herstel van de patiënt.
Zie ook het RUG/UMCG persbericht en beluister het interview op Radio 1.
Uw kennis vergroten? Kom kijken bij Dimence
Het wetenschappelijk onderzoek in de Dimence Groep heeft als overkoepelend thema ‘Zelfregulatie en waardengeoriënteerde zorg’ en concentreert zich momenteel in een aantal clusters die binnen alle onderdelen van de Dimence Groep kunnen plaatsvinden. Het CWO heeft nu een eigen website waarop alle onderzoek overzichtelijk gerangschikt is. Meer weten? Kom dan kijken bij www.dimencegroep.nl/onderzoek.
Oproep voor cliënten meedenken over ontwikkeling van een behandelkeuze instrument voor depressie
- Welke informatie wordt nu gebruikt in de keuze voor een depressiebehandeling?
- Hoe verloopt de besluitvorming rondom de keuze voor een depressiebehandeling?
- Wat zijn voor cliënten belangrijke uitkomsten/doelen van een depressiebehandeling?
Lees voor meer informatie de oproep voor cliënten of neem contact op met Meike Bak.
De bijeenkomst van de focusgroep zal plaatsvinden op maandag 12 juni van 13.00-15.00 uur.
Orale ketamine als aanvullende behandeling bij patiënten met een therapieresistente depressie
We weten dat orale toediening van ketamine (oftewel inname via de mond) veel minder nadelen kent dan toediening per infuus. Wat we echter nog niet goed weten is of orale ketamine, net als ketamine per infuus, ook een antidepressief effect heeft. In deze studie willen wij daarom onderzoeken of mensen met een therapieresistente depressie baat hebben bij gebruik van orale ketamine, als aanvulling op hun lopende depressiebehandeling.
Als u geïnteresseerd bent of vragen heeft, kunt u hier de folder lezen of contact opnemen met: Sanne Smith-Apeldoorn of Jolien Veraart, arts-onderzoekers
Website: www.ketaminestudie.umcg.nl
E-mail: ketaminestudie@umcg.nl
Telefoon: 050-3618880
7-3-2017: Promotie Louisa Drost: Survivalkid(s): Online support for adolescents and young adults with a mentally ill family member
Voor het promotieonderzoek van Louisa Drost heeft zij samen met anderen een innovatieve vorm van ondersteuning ontwikkeld waarmee jongeren met een gezinslid met psychische problemen beter bereikt zouden worden dan tot nu toe het geval was. Om de interventie goed te laten aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren uit de doelgroep kozen zij voor een webbased interventie, Survivalkid.nl. Daarnaast heeft Louisa literatuuronderzoek gedaan naar de door kinderen van ouders met psychische problemen zelf gerapporteerde ervaringen en naar hulpverlening via het internet.
Uit de resultaten blijkt dat met de Survivalkid interventie ca. vier keer méér jongeren uit de doelgroep bereikt werden dan met de bestaande regionale face-to-face groepen, en dat jongeren die meededen aan de chatsessies elkaar sociale steun gaven. Opvallend was dat met name meisjes de mogelijkheid aangrepen om (anoniem) over hun thuissituatie te praten; jongens deden dat nauwelijks. Online ondersteuning voor jongens moet er waarschijnlijk anders uitzien. Serious gaming lijkt voor deze doelgroep een veelbelovende optie.
Dat kinderen met een gezinslid met psychische problemen een grote kans lopen ook zulke problemen te ontwikkelen, is inmiddels goed onderbouwd. Hoe dit precies veroorzaakt wordt, weten we echter niet. Om goede interventies aan te kunnen bieden is verdere theorievorming noodzakelijk. Vooral de processen die zich af kunnen spelen tussen de verschillende beschermende en risicofactoren en de pogingen van het kind zelf om een situatie het hoofd te bieden moeten beter in kaart worden gebracht, waarbij rekening gehouden moet worden met de verschillen in denkpatronen bij jongens en meisjes.
Zie ook de aankondiging bij de UvA.
Depressie en de invloed van sociale relaties: resultaten uit de NESDA en NESDO studies
Weinig sociale contacten en eenzaamheid zijn risicofactoren voor het ontstaan van depressieklachten. Of sociale relaties ook invloed hebben op het herstel wanneer er eenmaal sprake is van een depressiestoornis, is niet duidelijk. Sommige onderzoekers vonden een geringere invloed van sociale relaties bij oudere dan bij jongere mensen met een depressie. Ons onderzoek had tot doel na te gaan welke invloed verschillende aspecten van sociale relaties hebben op het beloop van een depressiestoornis en of deze invloed afhankelijk is van de leeftijd van de persoon. Hierbij keken we naar drie aspecten van sociale relaties: het hebben van sociale contacten, de steun die men ondervindt van anderen en gevoelens van eenzaamheid.
Het onderzoek werd uitgevoerd in een groep van 1181 mensen met een depressiestoornis, afkomstig uit de NESDO en NESDA studies. De groep uit de NESDO studie was 60 jaar of ouder; de groep uit de NESDA studie 18 tot 65 jaar. Hierdoor kon worden bekeken of de invloed van sociale relaties op het beloop van een depressiestoornis anders is voor mensen ouder dan 60 jaar dan voor mensen jonger dan 60.
Alle drie door ons onderscheiden aspecten van sociale relaties (contacten, sociale steun en eenzaamheid) bleken van invloed op het herstel van een depressiestoornis, maar deze invloeden bleken elkaar voor een groot deel te overlappen. Alleen het wonen in een groter huishouden (van drie of meer mensen), weinig negatieve ervaringen in het contact met anderen en geringe gevoelens van eenzaamheid bleken specifieke voorspellers van een beter beloop van de depressiestoornis, los van de algemene invloed van goede sociale relaties op een gunstig beloop. Meer mensen in het huishouden betekent mogelijk dat mensen met een depressie meer gestimuleerd worden om actief te blijven en niet toe te geven aan de neiging zich terug te trekken. Negatieve ervaringen in het contact met anderen en gevoelens van eenzaamheid lijken belangrijke punten om aandacht aan te besteden in de behandeling van de depressie. Een belangrijke volgende stap is dan ook, na te gaan of het gericht aandacht besteden in de depressiebehandeling aan problemen in sociale relaties, leidt tot een beter herstel van de depressie en minder terugval.
Ons onderzoek liet weinig verschillen zien tussen ouderen en jongeren in de invloed die sociale relaties hebben op het beloop van een depressie. Dit betekent niet dat ouderen en jongeren niet kunnen verschillen in het hebben van goede sociale relaties; alleen dat de invloed van het hebben van goede relaties op het beloop van een depressie niet verschilt tussen beide groepen. Voor beide groepen zijn sociale relaties belangrijk en voor beide geldt dat in de behandeling van hun depressie aandacht dient te zijn voor de problemen die zij hierin ondervinden.
8-2-2017: Promotie Leonie Bais: Exciting links - Imaging and modulation of brain networks underlying key symptoms of schizophrenia
Oproep: cliëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek
Nieuwe applicatie zorgt voor slimmer screenen van psychische klachten
In samenwerking tussen UMCG met de TU Twente is een statistische module ontwikkeld die het hart vormt van de screeningsapplicatie. Het slimme aan deze applicatie is dat bij iedere vraag wordt nagegaan, welke vervolgvraag het beste past bij de eerder gegeven antwoorden van de cliënt. Dit is vergelijkbaar met wat een geschoolde en ervaren interviewer ook doet. Als de ernst van het probleem voldoende betrouwbaar kan worden vastgesteld, stopt de screening. Dit scheelt de cliënt veel tijd en frustratie omdat hij of zij niet meer allerlei niet-relevante vragen hoeft te beantwoorden. De applicatie zal in de praktijk meestal voorafgaand aan een intake gesprek met cliënten worden ingezet om de aanwezigheid en/of ernst van klachten te bepalen. De eerste versie van de applicatie bevat de volgende vijf domeinen: angst, depressie, psychische symptomen van stress, positieve en negatieve symptomen van psychose. Ook positieve factoren als emotionele steun, vriendschap en tevredenheid met sociale rollen en activiteiten worden gemeten, omdat deze een effect hebben op de zorgbehoefte die iemand met psychische klachten heeft. Jan van Bebber wil de komende periode in de pilot onderzoeken of de nieuwe applicatie in de praktijk goed bruikbaar is en of het voor een huisarts of GGZ-medewerker goed interpreteerbare gegevens oplevert. Daarnaast zal de applicatie uitgebreid worden met modules voor traumatische ervaringen en verslavingsproblematiek.
[Lees meer over het symposium Preventieve GGZ]
[Lees hier de wetenschappelijke publicatie van Jan van Bebber over de ontwikkeling van deze slimme applicatie]
13 december 2016: RGOc symposium: Preventieve GGZ van vroeg tot later
GZ-psychologen gezocht: Werkingsmechanismen van terugvalpreventie bij depressie: een fMRI-studie
Mensen die hersteld zijn van een depressie, hebben 40 tot 60% kans om terug te vallen in een nieuwe depressieve episode. In eerder onderzoek is aangetoond dat mensen die preventieve cognitieve therapie hebben ondergaan, minder kans hebben om binnen vijf tot tien jaar een nieuwe depressieve episode door te maken.
Om de kwaliteit van de behandeling te garanderen wordt deelnemende therapeuten een cursus Preventieve Cognitieve Therapie aangeboden.
Lees hier hoe u als GZ-psycholoog mee kunt doen aan deze studie.
Zie ook www.depressiestudie.com | depressiestudie@umcg.nl | tel. 050-3632464
26-10-2016: PloS ONE: Victimisatie en Zelfstigma
Volledige samenvatting
Zelfstigma vormt dus een barrière voor herstel en rehabilitatie. Het onderzoek naar zelfstigma heeft zich tot voor kort vooral gericht op de bijdrage van psychologische factoren. Aandacht voor de rol van externe factoren was er nauwelijks, terwijl zelfstigma mogelijk ook voort komt uit het feit dat mensen in deze groep vaker geconfronteerd wordt met tegen hen gericht geweld. In dit onderzoek is juist gekeken naar de relatie tussen victimisatie, psychotische symptomen, zelfstigma en zelfvertrouwen bij mensen met een stoornis binnen het psychose spectrum.
Onderzoek en resultaat
Het onderzoek is uitgevoerd bij 102 mensen met een diagnose binnen het psychose spectrum. Onderzoeksdeelnemers waren afkomstig van twee studies naar inzicht (EMOZIE) en zelfstigma (REFLEX ) waarbij diverse zelfrapportage vragenlijsten en interviews zijn afgenomen. Voor de statistische analyses is gebruik gemaakt van Structural Equation Modeling (oftewel SEM). De resultaten suggereren dat psychotische symptomen en victimisatie bijdragen aan het ontwikkelen van zelfstigma wat leidt tot een afname van het zelfvertrouwen. Vooral voor mensen met positieve symptomen blijkt victimisatie een belangrijke factor te zijn in de ontwikkeling van zelfstigma.
Conclusie
Aangezien zelfstigma een zware last vormt voor mensen met een psychotische stoornis en zeer belemmerend werkt in het kader van herstel en rehabilitatie zijn interventies specifiek gericht op victimisatie en zelfstigma nodig. In dit kader loopt momenteel een grote RCT studie binnen meerdere GGZ instellingen, genaamd BEATVIC. In deze studie wordt een nieuw ontwikkelde lichaamsgerichte weerbaarheidstrainning met elementen uit het kickboksen onderzocht op effectiviteit bij mensen met een psychotische stoornis. Daarnaast is het voor clinici raadzaam om te screenen op ervaringen van victimisatie en zelfstigma en hier aandacht aan te besteden binnen de behandeling.
31-10-2016: Promotie Jojanneke Bruins "Metabolic risk in people with psychotic disorders. No mental health without physical health"
Zie ook de aankondiging op de website van de RUG. Het proefschrift van Jojanneke Bruins is uitgebracht in de RGOc-reeks.
Stynke Castelein (Lentis) benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de RUG
De leerstoel is ingesteld door Lentis en de RUG. Corstiaan Bruinsma, psychiater en lid Raad van Bestuur van Lentis, is erg blij met de leerstoel en de benoeming. “Stynke is een gedreven wetenschapper met veel kennis en ervaring. Ze wordt door ons, maar ook door wetenschappers in Nederland en daarbuiten bijzonder gewaardeerd om haar bijdrage aan het herstelonderzoek van mensen met ernstige psychische problemen.” Bruinsma zegt dat de leerstoel een belangrijke bijdrage kan leveren aan de wetenschappelijke kennis over herstel en de processen en factoren die daarbij een rol spelen. Ook de kennisoverdracht en de samenwerking tussen de universiteit en het veld worden door de leerstoel versterkt. [Lees meer]
Kijk ook naar het interview met Stynke Castelein en Corstiaan Bruinsma.
Oproep cliëntenparticipatie: meedenken over onderzoek naar herstel van depressie
Om dit onderzoek goed op te zetten, zoeken we mensen die willen mee denken over:
- wat verbetert als eerste als mensen herstellen van depressieve klachten?
- welke dagelijkse vragen gaan we stellen tijdens het onderzoek?
Wie?: (ex)cliënten die depressieve klachten hebben of hebben gehad
Hoe?: Één op één gesprek met een onderzoeker van TRANS-ID herstel (evt. telefonisch)
Duur?: ongeveer 1 uur
Voor uw deelname ontvangt u een kleine vergoeding.
Aanmelden of meer informatie? Neem vóór 1 december contact op met Meike Bak of 050-3614181.
Wij hopen op uw deelname!
30 september 2016: Studiedag NNNSA: Diagnose-overstijgende voorspellers van behandelsucces bij stemmings- en angststoornissen
Rond het uitkomen van de DSM5 ontstond opnieuw een verhitte discussie of de huidige diagnose-categorieën nog wel bruikbaar zijn. Heterogeniteit van deze categorieën bemoeilijkt zowel onderzoek naar als succesvolle behandeling, ook van stemmings-en angststoornissen. We kunnen verschillende factoren onderscheiden die voorkomen bij meerdere stoornissen, en van invloed kunnen zijn op behandelsucces. [Lees meer]
Oproep: cliëntenparticipatie
Wie: alle (ex-)cliënten zijn welkom.
Wanneer: donderdag 13 oktober 2016, van 16.00-18.00 uur.
Waar: UMCG, Triadegebouw (ingang 24), K 1.25.
Contact en aanmelding: Meike Bak, telefoon: 050-3614181.
Zie ook de flyer met alle informatie.
Oproep: cliëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek
RGOc jaarverslag 2015
U kunt ons jaarverslag hier downloaden. Wilt u het liever per post ontvangen? Dit kan via het contactformulier.
André Aleman vraagt uw hulp!
24 mei 2016: Nascholingsdag Ouderenpsychiatrie
Sprekers op de nascholingsdag zijn o.a. Gabriël Anthonio en Roelof Risselada (VNN), Jan Booij en Jan van Amsterdam (AMC), Jeroen Kok (Lentis), Rob Kok (Parnassia) en Jaap Nanninga en Annie van der Kooij (GGZ Centraal).
Meer informatie vindt u in het programma.
Aanmelden voor deze nascholing is niet meer mogelijk. De nascholingsdag is volgeboekt.
9-6-2016: Campagne Het is nooit te laat
Aanmelden voor deze bijeenkomst is niet meer mogelijk.
Verschenen in Frontiers in Psychology: A Psychometric Evaluation of the Danish Version of the Theory of Mind Storybook for 8-14 Year-Old Children
In een grootschalige Deense studie van een cohort van 11-jarigen is gebruikgemaakt van de ToM-taak Freek, een test om sociale cognitie te meten bij 10- tot 13-jarige kinderen. Deze taak is in 2007 in het Universitair Medisch Centrum Groningen ontwikkeld door Agna Bartels-Velthuis (UMCG/RGOc) en Els Blijd-Hoogewys (Inter-Psy) voor het vervolgonderzoek na vijf jaar van een groep 7- en 8-jarige kinderen met en zonder auditieve hallucinaties. De Deense onderzoeksgroep (o.l.v. Pia Jeppesen, Child and Adolescent Psychiatric Center Glostrup en Faculty of Health Science, University of Copenhagen) heeft de Deense versie van deze ToM-taak samen met Els Blijd en Agna Bartels psychometrisch geëvalueerd. De resultaten van van dit onderzoek leest u hier.
Meike Bak aangesteld als aandachtsfunctionaris cliëntenraden
Van onderzoek naar praktijk: de Nieuwe GGZ als translationeel project
Bijna een kwart van de huidige uitgaven van ziekenhuizen gaan naar de GGZ; vergeleken met andere landen in Europa is dit veel. De GGZ in Nederland functioneert goed maar lijkt ondanks het ruime budget niet meteen een voorbeeld voor andere landen. Delespaul vindt dit opmerkelijk en ziet ruimte voor verbetering. Bovendien ziet hij geestelijke gezondheid als een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Door de hele samenleving heen veroorzaken psychische problemen bij veel mensen nog altijd een ernstige vermindering van levenskwaliteit. Dit gegeven tezamen met de relatief hoge investeringen zou volgens Delespaul een ambitie moeten aanwakkeren om de GGZ verder te verbeteren.
Ten eerste noemt hij veelvoorkomende problemen in de diagnosestelling. Dit is te vaak een academische discussie met weinig waarde voor de aansluitende behandeling. Om deze waarde te vergroten zal de focus meer liggen op het veranderen van symptomen in de tijd. Hierdoor krijgt men meer zicht op kwetsbaarheden en triggers waarna de weerbaarheid kan worden vergroot. Delespaul is van mening dat de diagnose te vaak een groot deel van de identiteit van de patiënt bepaalt. Hij pleit daarom voor ‘marginalisering van de ziekte in het leven van de patiënt’. Ook noemt hij de motivatie een essentieel onderdeel van de behandeling. Begrijpelijke communicatie die aansluit bij het referentiekader van de patiënt zorgt ervoor dat deze motivatie vorm kan krijgen.
Delespaul wijst op het belang van een zorgmodel dat door heel Nederland heen lokaal ontwikkeld en uitgevoerd kan worden. Hierbij is de zorg voor iedereen eenvoudig bereikbaar, bijvoorbeeld door implementatie van e-Health. De patiënt staat hierbij centraal en wordt gezien als een autonoom individu. Tegelijkertijd wordt er multidisciplinair samengewerkt tussen patiënten, betrokkenen en professionals. Deze samenwerking zal het beste tot stand komen door onderlinge herkenbaarheid en kleinschaligheid. De focus ligt op drie dimensies van herstel: herstel van symptomatologie, herstel van maatschappelijke participatie en persoonlijk herstel. Delespaul legt nadruk op het feit dat deze dimensies elkaar onderling (positief) kunnen beïnvloeden. De zorg richt zich daarom synchroon op deze drie dimensies waarbij de context niet uit het oog wordt verloren. Na de lezing was er plaats voor discussie. Het verhaal van Philippe Delespaul werkte voor een deel aanstekelijk en zorgde voor herkenning binnen het werkveld. Aan de andere kant was niet iedereen het direct en volledig met hem eens. De emancipatie van de patiënt lijkt al een zekere ontwikkeling te hebben doorgemaakt en veel clinici werken al herstelgericht in plaats van symptoomgericht. Er is al veel deskundigheid maar wellicht kan deze op een efficiëntere manier worden ingedeeld zodat verschillende partijen van elkaar kunnen leren. Het boek is geschreven ter inspiratie en om de vrijheid te herwinnen zodat er een open discussie op gang kan komen over de toekomst van de GGZ. Het ligt sinds 2 februari bij de boekhandel.
4-2-2016: Promotie Koen Hogenelst: Serotonin manipulations and social behavior. Studies in individuals at familial risk for depression
Hogenelst en collega’s lieten echter zien dat een tijdelijke verlaging van serotonine (gedurende enkele uren) weinig effecten heeft op stemming of sociaal gedrag zoals gemeten in een lab. De resultaten waren vergelijkbaar in onderzoeksdeelnemers met en zonder verhoogd risico op depressie.
In een tweede studie verhoogden de onderzoekers juist de serotonine-beschikbaarheid bij mensen met een verhoogd risico op depressie, en over meerdere dagen. Ze onderzochten de effecten op stemming en sociaal gedrag in het dagelijks leven. Zoals verwacht verbeterde de stemming. Onverwacht werden de deelnemers echter tegelijkertijd minder vriendelijk. Dit gebeurde specifiek tijdens gesprekken thuis. Mogelijk kwamen de deelnemers onder invloed van de verhoogde beschikbaarheid van serotonine meer voor zichzelf op. Dit sluit aan bij het idee dat mensen die neigen tot depressie weinig grip op hun sociale leven ervaren. Aangezien de meeste medicijnen die voorgeschreven worden bij depressie de serotonine-beschikbaarheid beogen te verhogen, is een belangrijke vervolgvraag hoe het sociaal gedrag van depressieve mensen door deze medicijnen wordt beïnvloed.
Zie ook de aankondiging op de website van de RUG.
Behandelaren gezocht: Werkingsmechanismen van terugvalpreventie bij depressie: een fMRI-studie
In deze studie wordt onderzocht hoe preventieve cognitieve therapie het functioneren van de hersenen en informatieverwerking beïnvloedt en hoe dit kan bijdragen aan het voorkomen van een nieuwe depressie. Voor dit onderzoek zijn we op zoek naar therapeuten (bij voorkeur met VGCT-aantekening en BIG-registratie) die graag preventieve cognitieve therapie zouden willen geven aan de onderzoeksdeelnemers, en zo bij willen dragen aan de kennis over de neurocognitieve werkingsmechanismen van preventieve cognitieve therapie. [Lees meer]
1 december 2015: RGOc symposium: E-mental health: nieuwe ontwikkelingen in onderzoek en praktijk binnen het RGOc
Het doel van het symposium is om een overzicht te geven van e-health onderzoek en van e-health activiteiten in de RGOc instellingen. Dit laatste gaan we doen met twee rondes van rapid-fire presentaties van alle participanten van het e-health netwerk. Hier vindt u meer informatie over het programma, de accreditatie en de presentaties.
Videoverslag debat 'Schizofrenie exit, of niet/en nu?'
Het debat werd gevoerd door:
- Jim van Os, psychiater en hoogleraar in Maastricht. Hij is de oprichter van de websites Schizofrenie bestaat niet en Psychosenet
- Wim Veling, psychiater, hoofd van het programma psychotische stoornissen van het UCP en voorzitter van Phrenos Netwerk Vroege Psychose
Het videoverslag van het debat kunt u hier bekijken.
Lees ook het interview met Wim Veling op UMCG Kennisinzicht.
Begeleide lotgenotengroep voor psychosegevoeligheid: erkenning als interventie voor de langdurige ggz
Stynke Castelein (Lentis Research/RGOc) en Pieter Jan Mulder (UCP, UMCG) hebben samen de methodiek ontwikkeld: “We hopen dat deze erkenning ertoe leidt dat de interventie hulpverleners stimuleert om lotgenotengroepen op te zetten voor mensen met een psychosegevoeligheid. Hoewel het al in de Richtlijn Schizofrenie staat, zijn de groepen naar onze mening nog te weinig geïmplementeerd in de zorg.”
Het doel van de lotgenotengroep is het verbeteren van kwaliteit van leven, sociale netwerken, sociale steun en empowerment door het delen van ervaringen met andere lotgenoten. Lotgenotencontact is voor veel mensen in het algemeen een bron van herkenning, erkenning, steun en informatie.
Stynke Castelein en Pieter Jan Mulder zijn de auteurs van het ‘Draaiboek voor het begeleiden van een lotgenotengroep voor mensen met een psychosegevoeligheid. Een verpleegkundige interventie’, dat verschenen is in de RGOc-reeks.
De interventie wordt opgenomen in de Databank Erkende Interventies op de website van het Trimbos-instituut.
19 mei 2015: Nascholingsdag Ouderenpsychiatrie: Nooit te oud om te leren! Over psychotherapie bij ouderen met én zonder cognitieve stoornissen
De kosten voor deze dag bedragen 100 euro. Deze nascholing is met 5 punten geaccrediteerd door het Accreditatie Bureau Cluster 1 (o.a. voor huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register. De Federatie Gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten (FGzPt) heeft de nascholing geaccrediteerd met 4 punten.
Aanmelden is niet meer mogelijk.
Subsidie voor ontwikkeling generieke zorgstandaard 'Gebruik van psychofarmaca'
Het ontbreekt momenteel aan één generieke zorgstandaard voor het gebruik van psychofarmaca. Er zijn wisselende aanbevelingen over het monitoren van bijwerkingen en deze zijn beperkt geïmplementeerd in de praktijk. Bovendien is er geen consensus over hoe uitgebreid de screening moet zijn, hoe de behandeling van de bijwerkingen eruit moet zien, hoe op deze te (blijven) controleren en hoe deze te voorkomen.
Ondanks een consensusdocument om bijwerkingen door antipsychotica te meten en aanbevelingen in diverse stoornis-specifieke multidisciplinaire richtlijnen (o.a. bipolaire stoornissen, schizofrenie) ontbreekt het momenteel aan één generieke zorgstandaard voor het gebruik van psychofarmaca. Verschillende richtlijnen/consensusdocumenten doen wisselende aanbevelingen over het monitoren van bijwerkingen en deze aanbevelingen zijn beperkt geïmplementeerd in de praktijk. Bovendien is er geen consensus over hoe uitgebreid de screening moet zijn, hoe de behandeling van de bijwerkingen eruit moet zien, hoe op deze te (blijven) controleren en hoe deze te voorkomen. Om dit vast te leggen gaan we werkgroepen formeren met daarin ten minste een patiëntvertegenwoordiger, verpleegkundig specialist, apotheker, huisarts, internist, en verschillende psychiaters.
De generieke zorgstandaard zal gaan over vijf groepen psychofarmaca: antidepressiva, antipsychotica, benzodiazepines, lithium, en stemmingsstabilisatoren. Over deze vijf groepen zal de generieke zorgstandaard aanbevelingen geven voor de detectie, behandeling, monitoring en preventie van bijwerkingen door psychofarmaca. Deze zullen helder geformuleerd zijn, als praktische antwoorden. Bijvoorbeeld; Hoe kunnen behandelaar en patiënt lichamelijke neveneffecten (vroegtijdig) herkennen? Welke onderzoeksmeetinstrumenten zijn geschikt? Wat zijn specifieke en concrete behandelopties?
PEPNed & MOPHAR
Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU); de Universiteit van Maastricht(UM) en GGz Centraal, hebben hun ervaring op het gestandaardiseerd meten en behandelen gebundeld en hebben hun klinische ervaring geïntegreerd in wetenschappelijk onderzoek. Dit heeft in 2013, vanuit een innovatieproject van Innova, geleid tot het oprichten van het Psychofarmaca Expert Platform Nederland (PEPNed). Dit platform fungeert als kenniscentrum psychofarmaca voor behandelaren en heeft een eigen website: www.PEPNed.nl. PEPNed wil bij behandelaren de kennis over bijwerkingen door psychofarmaca vergroten o.a. door middel van deze Generieke Zorgstandaard ‘Gebruik van Psychofarmaca’ Daarnaast wil PEPNed zorgprofessionals informeren over en trainen in detectie, behandeling, en preventie van bijwerkingen door psychofarmaca.
Het MOPHAR (Monitoring Outcomes of Psychiatric Pharmacotherapy in the Assen Region) project is een samenwerking tussen het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) van het UMC Groningen (UMCG), het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en GGZ Drenthe, gericht op het systematisch verkrijgen en routinematig ter beschikking stellen van relevante somatische en farmacologische gegevens voorafgaand en gedurende de behandeling, met als doel de patiëntveiligheid te vergroten en lichamelijke neveneffecten/interacties/complicaties te voorkomen. Koppeling van de verzamelde gegevens maakt het bovendien mogelijk onderzoek uit te voeren naar de gewenste effecten en ongewenste bijwerkingen van behandelingen. MOPHAR is onderdeel van een groter Noord Nederlands initiatief voor samenwerking in de GGZ: het Noord Nederlands Netwerk voor Stemmings- en Angststoornissen (NNNSA).
Beide groepen beogen vergelijkbare verbetering van de zorg voor patiënten die psychofarmaca gebruiken en werken daarom samen in de ontwikkeling van de generieke Zorgstandaard ‘Gebruik van Psychofarmaca’.
14-1-2015: Promotie Jorien van der Velde: Looking on the bright side. The neural basis of emotion processing and regulation in groups at increased risk for psychosis
27-1-2015: Lectorinstallatie Charlotte de Heer
Aanmelden is niet meer mogelijk.
29-01-2015: Tweede PHAMOUS Symposium: "Beter meten, beter zorgen"
Het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register heeft dit symposium geaccrediteerd met drie punten voor verpleegkundig specialisten in de geestelijke gezondheidszorg en de specialismen chronische en intensieve zorg bij somatische aandoeningen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) heeft drie punten toegekend.
12 en 13-3-2015: Negende tweedaagse nascholing Psychosen
Deze nascholing is met 12 punten geaccrediteerd door de Federatie Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register.
2-12-2014: Symposium "Doelmatigheidsonderzoek in de GGZ: Pitfalls and possibilities"
“Nederland verandert en de GGZ verandert mee…”
Bestuurders onderhandelen met wethouders, zorgverzekeraars buigen zich over richtlijnen en onderzoekers werpen zich op doelmatigheid. De GGZ zal meer dan ooit duidelijk moeten maken wat goede zorg oplevert voor de patiënt en voor de maatschappij. Anders zullen beleidsmaatregelen zich vooral richten op de kosten en niet op de baten. Goed opgezet doelmatigheidsonderzoek kan helpen om dit proces bij te sturen.
Dit symposium is met drie punten geaccrediteerd door het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register, het Accreditatiebureau FGzPt en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
U kunt de presentaties hier bekijken.
Verschenen in Schizophrenia Research: Improving functional outcomes for schizophrenia patients in the Netherlands using Cognitive Adaptation Training as a nursing intervention - A pilot study
Dr. Peter Moleman penning 2014 uitgereikt aan dr. L. Wunderink
In het artikel van Wunderink wordt het functioneel herstel en het risico op een relapse vergeleken bij patiënten na een eerste psychose die ofwel begeleid stopten met de medicatie ofwel onderhoudstherapie ontvingen. Na een follow-up van 7 jaar bleek dat er geen verschil was in het risico op een relapse maar dat het functioneel herstel in de begeleid stoppen groep beter was.
In het juryrapport noemde de jury het “methodologisch uniek dat een analyse mogelijk was met een follow-up van 7 jaar”. Daarmee is het zoveel langer dan andere analyses die een gemiddelde follow-up van 16,5 maanden hadden dat “het onderzoek van Lex Wunderink op dit moment nog onvergelijkbaar is met ander onderzoek”.
Ook op innovatief vlak scoorde het artikel hoog. “…het eindpunt functioneel herstel is nog niet eerder gerapporteerd in onderzoek naar het staken van antipsychotica. Zeker op de lange termijn is functioneel herstel belangrijker dan de ernst van de symptomatologie. Door het onderzoek van Lex Wunderink lijkt het waarschijnlijk dat ook andere onderzoeksgroepen in de toekomst gebruik gaan maken van dit innovatieve eindpunt.”
Tot slot roemde de jury de praktische toepasbaarheid van het artikel: “Wellicht geeft het continu doseren van antipsychotica na een eerste episode psychose niet de beste resultaten en moet o.a. worden nagedacht over andere doseerschema’s. Replicatie van deze resultaten zijn zeer gewenst en het lijkt erop dat andere grote onderzoeksgroepen deze handschoen ook daadwerkelijk oppakken.”
23-10-2014: Symposium "Back to the Future"
30-10-2014: Symposium Lentis Research "Onderzoek voor zorg en Zorg voor onderzoek, Vernieuwing is vooruitgang?!"
Het symposium vindt plaats in Theater de Kimme in Zuidlaren en start om 9.30 uur, inschrijving vanaf 9.00 uur. De folder met het uitgebreide programma vindt u hier. U kunt zich vanaf begin augustus aanmelden via de website van Lentis.
Verschenen in Nature: Biological insights from 108 schizophrenia-associated genetic loci
Differential stigmatizing attitudes of healthcare professionals towards psychiatry and patients with mental health problems: something to worry about? A pilot study
Good clinical practice en medisch-ethische toetsing: handvatten voor(beginnend) onderzoekers in de ggz
Stynke Castelein is senior onderzoeker bij Lentis Research/RGOc en een van de docenten van de “Eerste Hulp bij Onderzoek” cursus.
10-9-2014: Promotie Marrit de Boer
Voorafgaand aan de plechtigheid is een minisymposium georganiseerd in het UMCG Onderwijscentrum, getiteld “Meer dan seks…” Het symposium laat internationaal vermaarde onderzoekers aan het woord rond seksualiteit, plezier, klinische farmacologie en neurobiologie. Dit alles raakvlakken hebbende met het onderwerp van het proefschrift.
Plaats en tijd: Lokaal 16, Onderwijscentrum UMCG, 13.00-15.30 uur. Sprekers: Mw. drs. M.K. de Boer, psychiater, Universitair Centrum Psychiatrie, UMCG; Dr. J.R. Georgiadis, docent afdeling Neurowetenschappen/sectie Anatomie, UMCG; Prof. M.L. Kringelbach, University of Oxford.
Jaarverslag 2013
Indien u graag een exemplaar van het jaarverslag toegestuurd wilt krijgen kunt u contact opnemen met het secretariaat, via dit formulier of telefonisch via 050-3612079. De pdf-versie kunt u hier downloaden.
VENI-beurzen Hanneke Wigman en Marie-José van Tol
Hanneke Wigman (UCP) kreeg de VENI voor haar onderzoek naar vroegdetectie van psychosen en andere psychiatrische stoornissen bij jongeren van 15-35 jaar oud. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij de RGOc– instellingen GGZ Friesland, het UMCG (UCP en Accare), Lentis, Dimence, Mediant en GGZ Drenthe. Marie-José van Tol (NeuroImaging Center UMCG/RUG) kreeg de VENI-beurs voor haar onderzoek naar depressie en preventieve cognitieve therapie.
Lees meer
27 juni 2014: Promotie Ando Emerencia "Computing a second opinion: Automated reasoning and statistical inference applied to medical data"
Lees meer over het onderzoek van Ando Emerencia op de website van de RUG.
New: Manual for Facilitating A Peer Support Group. A nursing intervention
More…
27-5-2014: Nascholingsmiddag Ouderenpsychiatrie RGOc: Andere psychiatrische zorg voor kwetsbare ouderen?
Deze nascholing is met drie punten geaccrediteerd door de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), de Federatie Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) en het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register en door Accreditatie Bureau Cluster 1 (o.a. voor huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde).
5 maart 2014: Promotie Lian van der Krieke "Patients in the driver's seat: a role for e-mental health?"
Zie ook de aankondiging op de website van de RUG. Het proefschrift van Lian van der Krieke uitgebracht in de RGOc-reeks.
24-1-2014: Studiedag Noord Nederlands Netwerk Stemmings- en Angststoornissen
Dit symposium is met 5 punten geaccrediteerd door het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register voor verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), en met 4 punten door de Federatie Gezondheidszorgpsychologen (FGzP).
Klik hier voor het programma en de presentaties.
Koningsheideprijs voor Nadine Troquete
Op 17 december 2013 heeft Nadine Troquete, promovenda bij het RGOc, de Koningsheideprijs ontvangen voor de artikelen in haar proefschrift, en met name de publicatie Risk Assessment and Shared Care Planning in Outpatient Forensic Psychiatry: a Randomised Controlled Trial in British Journal of Psychiatry, 2013: 202(5), p. 365-371. doi: 10.1192/bjp.bp.112.113043. De Koningsheideprijs wordt eens per twee jaar uitgereikt aan “een gedragsdeskundige die door zijn/haar publicatie een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de wetenschappelijke ontwikkeling van het terrein van de forensische psychiatrie en/of psychologie”.
Het Rob Giel Onderzoekcentrum feliciteert Nadine Troquete van harte met deze prijs!