Over het Rob Giel Onderzoekcentrum (RGOc)
Het Rob Giel Onderzoekcentrum maakt deel uit van het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG. De oprichting van het RGOc op 1 december 2000 sloot aan bij de oproep van zowel de Raad voor Gezondheidsonderzoek als van het ministerie van VWS om het wetenschappelijk onderzoek naar bepaalde psychiatrische stoornissen te versterken. Dit mede vanwege de hoge maatschappelijke kosten van psychische aandoeningen.
Het onderzoekcentrum draagt de naam van emeritus hoogleraar Sociale Psychiatrie, Rob Giel, die vanaf 1969 tot 1995 het psychiatrisch-epidemiologisch en sociaal-psychiatrisch onderzoek in Nederland stimuleerde.
De dagelijkse leiding van het centrum is in handen van de programmaleider, Dr. Frederike Jörg. Een stuurgroep, bestaande uit een lid van de Raad van Bestuur van iedere GGz-instelling en de hoogleraar Psychiatrie, is belast met het bestuurlijk toezicht op het functioneren van het onderzoekcentrum. Het Wetenschappelijk Beraad draagt zorg voor afstemming, nieuwe initiatieven en informatie-uitwisseling tussen de participerende instellingen.
Onderzoek bij het RGOc
Het klinisch onderzoek van het RGOc zal zich de komende jaren richten op een beperkt aantal thema’s, t.w. de onderzoeksspeerpunten psychosen, stemmings-en angststoornissen, en ouderenpsychiatrie. Daarnaast zal expertise verder ontwikkeld worden op het gebied van kosteneffictiviteit. Onderzoeksgegevens zullen op innovatieve wijze worden verzameld en bewerkt binnen het data science center (DSC) van het RGOc. Voor individuele onderzoeksvragen is de consultatiefunctie beschikbaar.
Doel
Eén van de doelen voor de komende jaren is een betere samenhang te creëren tussen zuiver wetenschappelijk en patiëntgebonden onderzoek, bijvoorbeeld door een verbinding per thema. Maar ook juist een specifieke onderzoeksvorm, zoals bijvoorbeeld het gebruik van methoden ontwikkeld in het interventielab (iLab) van het UCP kan daarbij leidend zijn.
Bovendien kan het RGOc het contact bevorderen tussen de verschillende onderzoeksgroepen binnen de deelnemende ggz-instellingen, waardoor efficiënter en kosteneffectiever onderzoek gedaan kan worden op het gebied van patiëntenzorg, epidemiologie en klinische trials. Ook cliëntvertegenwoordigers worden hierbij actief betrokken.
Daarnaast kan het RGOc door optimaal gebruik te maken van ROM-gegevens en het PCR-NN antwoord geven op vragen naar de (kosten)effectiviteit van interventies en zorgpaden bij een breed scala van aandoeningen in de geestelijke gezondheidszorg.
Netwerken binnen de RGOc-regio
Rond de diverse thema’s zijn binnen het RGOc een aantal netwerken gedefinieerd, bestaande uit (klinisch) onderzoekers en behandelaren uit de participerende instellingen. Zo zijn in 2012 netwerken opgericht voor de ouderenpsychiatrie en de stemmings- en angststoornissen. Het Netwerk Psychotische Stoornissen bestaat al sinds de oprichting van het RGOc en heeft hierbij als voorbeeld gediend voor het ontwikkelen van de nieuwe netwerken. Andere onderzoeksgebieden, zoals de forensische psychiatrie, zijn waar mogelijk ondergebracht bij één van de hoofdlijnen. De RGOc Netwerken Psychotische Stoornissen, Stemmings- en Angststoornissen en Ouderenpsychiatrie bestaan uit richtinggevende personen in de zorg (zoals de A- en P-opleiders), behandelaren met interesse in wetenschappelijk onderzoek, alsmede uit onderzoekers uit de onderzoeksafdelingen van de deelnemende ggz-instellingen, het UMCG en cliëntvertegenwoordigers. Binnen deze netwerken kunnen ideeën gegenereerd worden en gezamenlijke studies gedaan worden. Ook wordt kennisuitwisseling en regionale samenwerking op het gebied van de patiëntenzorg hierdoor bevorderd, zoals rond de ontwikkeling van zorgprogramma’s.
Voor beloopsstudies binnen deze netwerken kan gebruik gemaakt worden van grote naturalistische longitudinale cohorten, zoals bv. NESDA, NESDO en GROUP, maar ook bijvoorbeeld het noordelijke PHAMOUS cohort. Daarnaast zullen juist de binnen de netwerken ontwikkelde behandelstudies de regionale samenwerking op het gebied van onderzoek stimuleren.
Historie
De vroegere afdeling Sociale Psychiatrie, van 1969 tot 1994 onder leiding van hoogleraar Rob Giel, was door middel van allerlei onderzoekingen onder andere gericht op de evaluatie van beleid, organisatie en structuur van de regionale instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Belangrijk daarbij was het onderzoek naar het aanbod en het gebruik van de zorginstellingen onder ambulante en poliklinische patiënten in Friesland, onderzoek naar de functie van opnamebedden, de instandhouding van een casusregister en de uitvoering van het substitutieproject in Drenthe, en onderzoek naar het functioneren van chronische patiënten in verschillende woonvoorzieningen in Groningen. Deze ontwikkeling heeft zich voortgezet en leidde er in het jaar 2000 toe dat de drie noordelijke stichtingen voor ggz in Groningen, Friesland en Drenthe samen met de disciplinegroep Psychiatrie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met als doel onderzoek blijvend te stimuleren en praktijk en wetenschap dichter bij elkaar te brengen. Dit vormde de aanleiding tot de oprichting van het onderzoekcentrum waaraan de naam van Rob Giel is verbonden. Sedert 1 april 2011 maken ook Dimence groep en Mediant deel uit van het samenwerkingsverband.
Samenstelling wetenschappelijk platform
Het wetenschappelijk platform van het RGOc bestaat uit een programmaleider, senior onderzoekers en behandelaar-onderzoekers, junior-onderzoekers, onderzoeksassistenten en en secretariële ondersteuning. Criterium voor deelname hieraan is het dragen van een substantiële verantwoordelijkheid voor uitvoering van en/of rapportage over een wetenschappelijk onderzoeksproject, een en ander tot uiting komend in een daadwerkelijke en concrete inzet in tijd van minimaal 0.1 fte. Praktisch betekent het dat men op elkaar beroep kan doen voor steun en advies, en voor realisatie van plannen van onderzoek etc. Indien gewenst en toepasselijk kan een aanvraag voor een 0-aanstelling bij het UMCG worden gedaan, bijvoorbeeld vanwege de faciliteiten van bibliotheek, etc.
Het wetenschappelijk platform omvat thans ruim 100 personen onder wie senior onderzoekers, behandelaar-onderzoekers en promovendi; de disciplinaire achtergrond is verschillend: psychiaters, psychologen, sociologen, verpleegkundigen, researchassistenten en ICT-ontwikkelaars.